Hoofdanimator Tachondar was geschokt door wat er bij het ontbijt was gebeurd, maar voor nu hoopte hij dat de rest van zijn gasten tot het einde van de voorstelling in de Zoo zouden overleven.
Hij vroeg iedereen om hun zwempak mee te brengen en begeleidde even later de groep opnieuw naar het treintje en reed daarmee tot een halte binnen in een groot gebouw centraal van het park: ‘Waterland’. Alle aquaria waren hier te vinden. Er was ook een restaurant waar je allerlei visgerechten kon eten. Vanavond zouden de gasten hier naar believen mogen dineren.
‘We hebben de ruimtes verdeel onder lokale Noordzeevissen, tropische vissen, Oosterse vissen, zeezoogdieren én het dolfinarium. Er zijn verkleedruimtes om de hoek, links voor de mannen, rechts voor de vrouwen.’ Hij staarde Natjuh aan. ‘…of voor de enige vrouw die ons nog rest.’
Iedereen kleedde zich om. Langs de andere deur van de verkleedhokjes kwamen ze terecht in het zwembadgedeelte. Het grote zwembad, met een stuk zowel binnen als buiten, was wel tien meter diep, honderd meter in de breedte en vijfhonderd in de lengte. Twee redders zwommen met vier dolfijnen hen tegemoet. De rand van het zwembad was twee meter hoog. In plaats van de laddertjes te gebruiken, duwden de dolfijnen hen omhoog tot ze op de rand uit het water konden kruipen. ‘Welkom iedereen!’ De mannelijke gasten keken naar de mooie vrouwelijke redster, terwijl natjuh de biceps van de mannelijke redder bestudeerde.
‘Volgen jullie ons naar buiten?’
Zo gezegd, zo gedaan. Daar mocht iedereen het water ingaan dat aanvankelijk koel aanvoelde. Zes dolfijnen doken plots tussen hen in omhoog. Ze gaven met hun snuit iedereen een kus op de wang. Bij Bas drukte de dolfijn zijn snuit op zijn mond. ‘No French kissing!’ riep de redder lachend. Bas kleurde rood terwijl de anderen lachten. Hoofdanimator Tachondar genoot van het aanblik. Zo moest het gaan, knikte hij goedkeurend. Dit was wat hij voor ogen had gehad.
Na enkele trucjes met de dolfijnen en wat plezier maken, volgde de grootste stunt.
‘DrWho, jij mag beginnen,’ zei de vrouwelijke redster. ‘Ga naar het midden van het water en hou je schuin als een plank. Zodra je omhoog komt, hou je dan stil en geniet.’
DrWho begreep niet goed wat er zou gebeuren, maar deed wat ze vroeg. Iedereen keek in spanning toe. Een minuut later lag hij nog steeds te wachten, tot hij plots voelde hoe twee dolfijnen hun snuit elk tegen een van zijn voeten drukten. Ze duwden hem omhoog en zwommen pijlsnel vooruit, zodat het leek alsof hij over het water vloog. DrWho lachte en vond het waanzinnig.
‘Dit is geweldig!’ riep hij glunderend. Zijn lach verdween al snel toen hij merkte dat de dolfijnen niet vertraagden, terwijl de rand van het zwembad gevaarlijk dichterbij kwam. Iedereen keek gebiologeerd toe en vroeg zich af of dit normaal was. Ze wisten dat het dus niet de bedoeling was, toen ze voor hun ogen zagen hoe DrWho’s schedel hard de metalen boord aan de onderkant van de rand van het zwembad raakte en hij vervolgens bewegingsloos bleef liggen. Zijn gezicht lag naar beneden in het water en bloed kleurde het water rood. Gillend verliet iedereen het zwembad, terwijl de dolfijnen vrolijk kirden.
DrWho was de apostaat. Nacht 4 gaat in tot morgenavond 21u00