De laatste wolf voelde zich niet helemaal op zijn* gemak. Het masker zat strak om zijn kop en van het rechtop lopen kreeg hij rugpijn. Straks, wanneer die vervloekte deuren weer open waren, straks... dan... ja, dan zou hij huilende door straten van Venetië rennen en over kanalen springen. Natuurlijk had hij zich terug kunnen veranderen in een mens, maar zo'n gedaanteverandering ging echt niet onopgemerkt voorbij en in mensengedaante kon hij niet fatsoenlijk eten.
Gelukkig dat weerwolven ook in hun monstergedaante gewone mensenstembanden hadden, anders was hij allang ontmaskerd.
Zijn maag rommelde, niet hard genoeg om hem te verraden. Onopvallend schuifelde hij langzaam dichter bij de grote sierplant in de hoek, totdat hij ongemerkt achter kon verdwijnen. Kleren uit, masker af, terug op vier poten. Ah, wat een heerlijk gevoel was dat. Zijn ruggengraat knakte goedkeurend. Een zacht gejank ontsnapte aan zijn snuit maar in de zaal werd teveel gepraat om het op te merken.
Moe als ze waren, hadden de terneergeslagen feestgangers toch besloten de hele nacht te waken om deze maal de wolf niet te halen ontsnappen.
Zijn lippen krulde om in een schampere lach. Pfah, alsof ze hem te pakken zouden kunnen krijgen!
Zoekend gluurde hij tussen de blaadjes op zoek naar een lekker hapje en algauw vond hij iets dat er zeer appetijtelijk uit zag.
*Woesh!* Een grijze flits stoof door de kamer en de mensen doken gillend uiteen. Hap! Nu was het haastwerk en dat was vervelend want van vlug eten kreeg hij altijd de hik. In een paar slordige happen schrokte hij het een en ander naar binnen en spuwde toen met een vies gezicht een bekvol veren uit. Getver! Die stomme versierde maskers ook.
De mensen waren inmiddels soort van hersteld van de schrik en wilden in actie komen dus was het tijd om op te stappen. Een nieuw grijze *woesh!* en weg was de wolf.
Stelletje sufferds... in plaats van onmiddellijk te kijken wie er in hun midden ontbrak, bogen ze zich eerst rond het slachtoffer van die nacht. In die tijd veranderde de wolf zich terug, trok zijn kleren weer aan en mengde zich met een geschokt gezicht en onderdrukte hik weer tussen de mensen.
'Arme Artishocking...' klonk het zachtjes door de zaal.
Einde van de nacht.
De wolf vermoordt Artishocking.
Wat zij was, zullen wij misschien wel nooit weten.
Deze dag eindigt donderdagavond 23:00u
*hij/zij: ik had geen zin om dit de hele tijd te typen en het leest bovendien heel vervelend, maar in principe kan elke 'hij' in deze tekst ook 'zij' betekenen.