Na zijn mislukte poging tot het doden van Debby, trok Miejster zich terug in het woud-gedeelte van de arena. Als Beroeps had hij weliswaar gerekend op alle rijkdommen van de Hoorn des Overvloeds om hem te voeden en bewapenen gedurende zijn verblijf in de arena, maar dat betekende niet dat hij niks wist van overleven zonder deze spullen. Per slot van rekening, als je vanaf je 4e werd opgeleid om mensen te schieten, dan leverde konijnen schieten weinig problemen op.
Een groter probleem bleken de Spelmakers. De afgelopen 24 uur was er geen enkele dode gevallen, en in het Capitool raakte men verveeld, dus hadden de Spelmakers koortsachtig vergaderd en besloten om één van de oude, maar altijd werkende trucs uit te halen.
Aan het einde van de avond had Miejster zich net neergezet en een klein vuurtje gemaakt, toen er een konijn langs kwam huppelen. 'Nee maar, dag kleine vriend,' zei Miejster opgetogen. Hij pakte zijn pijl en boog en wilde net schieten, toen er nog meer konijnen langs kwamen. Eigenlijk was het meer rennen dan huppelen. Hazen, slangen, hagedissen, eekhorens. Het bos kwam tot leven en elk dier haastte zich weg, zonder zich iets aan te trekken van de aanwezigheid van natuurlijke doodsvijanden om zich heen. Miejster sprong overeind, wetend dat zo'n massale volksverhuizing maar één ding kon betekenen: vuur. Hij had de conclusie nog niet getrokken, of hij kon het ook horen. Een ruisend geluid als dat van de zee, alleen dan constant, en doorspekt met knetteren en knappen. Miejster begon ook te rennen.
Niemand kan sneller rennen dan een vuur in een heerlijk droog bos en algauw hijgden de vlammen in zijn nek en prikte de rook in zijn longen. Miejster begon te hoesten en merkte hoe zijn pas onwillekeurig vertraagde. Net toen hij op wilde geven, zag hij water glinsteren. De rivier! Met nieuwe energie zette hij een eindsprint in, en net op tijd plonsde hij de rivier in die een beschermende barrière tussen hem en het vuur vormden. Rust kreeg hij niet, want nog geen twee tellen later zag hij hoe enkele tientallen meters stroomopwaarts een tribuut tot precies dezelfde route was gedwongen. Voor Hank was de situatie nog penibeler geweest, en hij gooide zichzelf letterlijk het water in. Toen hij weer bovenkwam, vond zijn blik die van Miejster.
In hun bewegingen vertraagd door het water, ontspon er zich een bijzonder gevecht tussen de twee verbeten tributen. Allebei waren uitgeput door hun wedloop met het vuur, en beiden hadden door hun verblijf in de arena al diverse verwondingen opgelopen. Even leek het erop dat Miejster de overhand zou krijgen, maar Hank greep de steen - degene die Mattio vele dagen geleden het leven had gekost, en die hij bij zich had gehouden - en sloeg Miejster ermee op het hoofd. Die zakte in versuft in elkaar, en Hank duwde zijn hoofd onder water. Vlak voordat Miejsters verwoede pogingen om los te raken stopten, voelde Hank opeens een stekende pijn in zijn borst. Terwijl de Beroeps uit district 1 verslapte en op de stroming wegdreef, kleurde het water rondom Hank roder en roder. In de laatste seconde van zijn leven had Miejster zijn mes in de borst van zijn belager geplant. En zo klonken er niet één maar twee kanonschoten die nacht.
EINDE VAN DE NACHT.
Hank wordt opgegeten door de wolven.
Zijn rol was grafdelver.
Deze dag eindigt om 22:00u