'Dit is niet mis toch?' vroeg de geleerde aan de bijlman opgewekt. Ze hadden een kistje gevonden met enkele goudstukken in.
'Nee, het is allesbehalve mis. Alleen vergoedt het enkel nog maar de kosten van onze reis,' stelde de bijlman vast.
'Geen zorgen, we vinden best meer. Laten we het voor vandaag maar stoppen.'
De bijlman glimlachte. 'Het lijkt me best oké om voor vandaag de bijl erbij neer te gooien,' lachte hij, waarop hij zijn bijl op de grond liet vallen.
'Je droge humor is onverbeterlijk,' gniffelde de geleerde. Hij maakte een vuurtje en begon te lezen. Even later zorgde de bijlman zelf voor het vuur, zodat het niet al te veel rook zou maken.
'Dagboek, de negentiende eeuw is aan gebroken. Ongetwijfeld vinden er nu overal grote feesten plaats. Overal, behalve in China. Hier wordt er gevochten om het Tibetaans Hoogland en het land van Mongolië. De Tibetanen beweren dat de Chinezen een oud volk zijn, maar egoïstisch en zeer oppervlakkig. De tijdsregio's van China heten dynastieën, met de huidige dynastie van Qing. De gevechten op het Hoogland werden zo erg dat ik naar het zuiden moest gaan in India. Ook hier is het niet pluis. De Verendigde Nederlanden hebben een strenger beleid in deze kolonie ingevoerd wat zorgt voor veel spanning. Ook heb ik een nieuwe vriendin leren kennen, al hangt er een vreemde sfeer rond haar. Ze heet Natjuh. Ze is een Chinees, maar kwam op doorreis uit Europa. Nieuwsgierig als ik ben, bracht ze me op de hoogte van de toestand in Europa. Pruisen, Oostenrijk, Frankijk, Verenigd Koninkrijk en Rusland spelen een gevaarlijk spelletje in Europa. Blijkbaar ligt aan de bron van alle problemen voornamelijk de man Napolean Bonaparte. Een kleine lachwekkende man die je volgens Natjuh niet mag onderschatten. Hij schijnt zeer briljant en tactisch te denken. Toch vind ik niet dat dat hem het recht geeft om zoveel opschudding te veroorzaken.
Natjuhs huidige toestand is nogal weifelend. Ze was vijf maanden zwanger en dakloos. Ik had haar even onder mijn hoede genomen, maar nu kleeft ze aan me als een wrat. Toen ze al mijn goud opmerkte en haar zesde maand aanbrak, nam ze een mes en probeerde me neer te steken. Gelukkig herinnerde ik mijn lessen met Miejster nog goed genoeg en wist haar te overmeesteren.
Nobel als ik ben, liet ik haar leven, ze is immers nog jong en moet haar doel nog zoeken, zoals de pientere DrWho dat had. Ik gaf haar enkele duiten en ze vertrok, al bleek dat ze de dag daarna vermoord was voor de duiten.
Of ik me daar schuldig over voel? Niet echt nee. Ik geloof in het lot, niet in toeval of 'als'-situaties. Als ik haar die duiten niet had gegeven zou ze misschien nog leven? Echt niet. Ze had misschien wel omgekomen van honger of was verdronken in een uit de oevers getreden rivier die je momenteel overal vindt. Toch maakte ze me één iets duidelijk. Het leven is een gevecht en je moet knokken voor je plaats in deze wereld.'
Natjuh was de ketter en werd gelynched.
Nacht 5 duurt tot morgenavond 22.00 uur.