Hoofdstuk 2: The rage of Gurdeep Roy?
Iedereen die wel eens een televisiebekendheid tegen het lijf is gelopen, zal kunnen beamen dat hij of zij er op dat moment niet heel veel anders uitzag dan de gemiddelde Albert Heijnklant, zelfs als ze een bordeauxrood stoffen jasje dragen, een hoge vilten hoed en een kapsel hebben dat even makkelijk dat van een man als een vrouw kan zijn. En als er iets is waar Willie Wonka, eigenaar van de Wonka Chocoladefabriek erg goed in is, dan is dat wel het voldoen aan elke omschrijving van een teleurstellend televisiekarakter.
‘N-na jullie,’ beefde de oude Wonka, terwijl hij met een paars handschoentje dat duidelijk erg strak zat een gewatteerde deur open duwde. Terwijl Wonka uitlegde dat elk pluisje op de deur een geschenk was van iedere wereldleider die in de afgelopen twintig jaar aan de macht geweest was, gleed de Gouden Twaalf als een menselijke boterklont op een warme pannenbodem langs hem heen. In het voorbijgaan wankelde Howlin even, maar kreeg gelukkig de pluchen deur te pakken en wist in evenwicht te blijven, helaas ten koste van acht jaar coalitieleed.
Terwijl de twaalf kinderen zielsgelukkig ronddartelden in een grote hal en snoepten van kaneelbomen, knuffelden met reusachtige gumberen en suikerspinnen ter grootte van een voet óf onderarm (deze twee lichaamsdelen zijn verrassend genoeg namelijk even lang) de poten uittrokken, bleef Wonka bovenaan de trap staan. Met grote ogen keek hij naar de drie treden diepe afgrond aan zijn voeten. Met zijn wandelstok porde hij naar de eerste tree, maar die haalde hij nog niet eens.
‘J-jongens?’ trilde zijn stem. ‘Meisj-sjes?’ Er kwam geen reactie. Miejster was een leger speculaasmilitairen aan het rekruteren, terwijl Roger_ke en Graafoto aan de andere kant van de rotsachtige pepernootheuvel met een zoetstokkatapult zijn vorderingen belemmerden.
Ten einde raad besloot Wonka op eigen kracht de afdaling te nemen. Hij zette één voet boven de bovenste tree en lag een paar tellen later op de grond. Toen pas had de groep hem door. Vierentwintig ogen keken zijn kant op en niemand durfde iets te zeggen, behalve Xavyre, die met een schaterlach riep: ‘Wanke Willie wilde vliegen!’
Er werd door de anderen hard gelachen en terwijl dikke tranen over Willies Wonkawangen liepen, krabbelde hij overeind. De groep was al ver van hem verwijderd en bewoog zich nu als een stuiterende meute naar de chocoladefontein. Vlug strompelde Wonka erachteraan.
Hij haalde de groep bij toen die boven een brug tot stilstand was gekomen. Het geval was namelijk dat Sedative Svardskampe alle jongens had uitgedaagd voor een spuugwedstrijd. Degene die het verst in de chocoladerivier kon spugen, won. Debby was hierdoor danig beledigd, omdat zij vond dat meisjes óók deel moesten kunnen nemen aan zo’n wedstrijd, waarop Sedative had gehoond dat meisjes helemaal niet konden spugen. Debby had als tegenbewijs in zijn gezicht gespuugd.
‘Jongens… Jongens…’ Debby keek Wonka aan. ‘En meisjes,’ voegde die er vlug aan toe, ‘we moeten nu echt verder. Deze rondleiding komt helemaal niet langs deze rivier. Maar het is niet erg. Ik zie hier wel eens een bootje langskomen en als we de chocoladetunnel volgen, komen we weer uit waar de rondleiding ehm… ons rond zou leiden…’
Wat Wonka zei kon niemand echt iets schelen. Djali wees naar iets blauws, dat met hoge snelheid op de brug afgevaren kwam.
‘Daar is het bootje!’ riep v8power, die als enige gehoord had wat Wonka gezegd had. Alle kinderen begonnen te juichen en te zwaaien en het bootje kwam tot stilstand onder de brug. Nu zagen ze dat het voortgeroeid werd door wel vijftig kleine mannetjes, die giechelend naar hen wuifden. Het gezicht van Wonka werd lijkbleek en hij dook dadelijk achter de rug van Natjuh89. Zijn hoge hoed stak trillend boven haar hoofd uit.
Van achter Natjuh kwam een bevende paarse handschoen, die naar de roeidwergjes wees.
‘W-w-wat z-zijn dat?!’ piepte hij. ‘Z-ze z-zijn zo k-klein! En z-ze zien eruit a-als G-g-gurd-deep R-roy!’
Natjuh haalde haar schouders op, klapte met haar kauwgom en stapte in het bootje. Het dwergje prikte haar in haar zei en giechelde. Enigszins zenuwachtig kwam ook Willie Wonka het bootje in gestrompeld en ging voorin zitten. Terwijl de mannetjes begonnen te roeien, vertelde Wonka over zijn idee van de rondleiding, meer tegen zichzelf dan tegen de kinderen, die al waren begonnen met het mummificeren van de roeiertjes met chocola uit de rivier.
‘E-eigenlijk was het de b-bedoeling dat er v-vijf gouden winkels… sikkels… eh… p-papiertjes kwamen, maar z-zien jullie –’ niemand die iets zag, ze voeren een tunnel in ‘– er was iets m-misgegaan bij de pr-productie van de bikkels… wokkels… eh… van de br-briefjes. En nu,’ Wonka giechelde zenuwachtig en in het laatste licht dat nog in de tunnel viel was een schittering in zijn ogen te zien. Hij maakte zijn zin niet af.
What do you get when you guzzle down sweets?
Eating as much as an elephant eats
What are you at getting terribly fat?
What do you think will come of that?
De kinderen waren al meer dan een halfuur de tunnel uit en de roeikereltjes waren niet gestopt met roeien, toen Roger_ke eindelijk doorhad dat de plaats naast hem leeg was. Of nou ja… leeg?
Een vilten hoed hobbelde op het ritme van de chocoladegolven in een plasje bloed.
Einde van de eerste moordloze nacht.
Wanke Willie werd gedood.
Zijn rol was: slecht ter buitenbeentje.
De burgers mogen nu stemmen om deze seniele pensioentrekker te wreken.
Deze dag eindigt op donderdag om 23:00.