oke vervolgverhaaltje...
het wordt er precies niet beter op dus ik ga het de volgende keren misschien inkorten (zien we dan wel xD)
zoals altijd... het rode = het besluit
---
Bij het aankomen op het eilandje had iedereen gedacht dat ze zouden ontvangen worden door bezorgde inwoners, want zo’n ongeluk kwam je nu toch ook niet iedere dag voor zeker? Maar niets was minder waar, ze zetten nog maar voet aan wel en werden gemeden door de eilandbewoner… Overal waar ze passeerden werden de deuren en ramen gesloten, kinders werden naar binnen geroepen en de mensen versnelden hun pas om hen te meiden. Niemand begreep waarom.
Maar je kon het de eilandbewoners niet kwalijk nemen, deze dachten namelijk dat de ‘gelukkige avonturiers’ vervloekt waren omdat ze hevig in de vloek dat op het piratenschip rust geloofden. Daarom dachten ze dat het zopas gebeurde ongeluk al een slecht voorteken was. Dus moest er ook maar 1 iemand van hun in contact komen met deze vervloekte mensen zouden zij zeker ook hun noodlot bezegeld hebben.
Er zat dus niks anders op dan je rustig houden tot wanneer we de toestemming kregen om aan boord te komen van het piratenschip, dat nu in de baai voor het eilandje lag.
Pas toen de kapitein hun het nieuws kwam brengen dat ze hun moesten klaar maken kwam er weer wat leven in hen. Ze hadden hier de hele dag buiten gezeten, niks gedaan, amper aan eten geraakt en het was bovendien nog eens slecht weer met een beginnend onweer op komt. Net nu, voor deze ene keer, nu moest het slecht weer zijn? Dat kon toch niet? Met veel gemopper en gezeur volgen ze de kapitein en hoopten dat het vervolg van hun reis wat beter zou zijn.
Het aanblik van het piratenschip, dat nu niet ginder ver in de baai lag, maar bijna vlak voor hun neus aan de kade lag, was verbluffend. Dit maakte al een pak goed en de mensen begonnen te drammen om als eerste aan boort te komen. Er was zoveel geduw en getrek op die smalle loopplank dat de mensen er amper konden blijven staan. Natuurlijk was het slechte weer dat voor grote golven zorgde hier geen hulp. Daardoor begon het schip namelijk gevaarlijk heen en weer te deinen, soms kwam het wel zo dicht dat de mensen geloofden dat het de steiger zou rammen en hen allemaal in zee zou gooien. Hoe langer het duurde hoe slechter het weer werd, dus begonnen de mensen ongeduldig en angstig te worden, waardoor ze nog meer begonnen te duwen om aan boort te geraken.
Pas toen iedereen plots eens ijzingwekkend gilletje hoorde zagen ze dat er iemand van de loopplank viel. Tachondar die als eerste aan boord wou zijn om zichzelf als kapitein uit te roepen, was het roekelooste van hen al en probeerde zelfs over de hoofden van die voor hem te springen... met alle gevolgen van dien.
Er werd snel een reddingsboei uitgeworpen en Tachondar had deze snel vast, maar ondanks deze ging hij bij iedere golf dat er op hem afkwam eens kopje onder. Toch was iedereen gerustgesteld en dachten ze dat Tachondar wel snel aan op het droge zou gehaald worden. Niemand zag namelijk een stel dreigende vinnen die snel dichterbij kwamen in die onstuimige zee.
Pas toen deze begonnen cirkeltjes te zwemmen rond hun heerlijke hapje hadden de omstaanders dit door en begonnen ze te gillen dat Tachondar snel uit het water moest komen. Dit was natuurlijk al te laat, want bij de volgende golf dat over Tachondar kwam bleef hij kopje onder. De haaien hadden hun vele rijen vlijmscherpe tanden vastgezet in Tachondar en zwommen ermee dieper en dieper.
Na enkele minuten te staren naar de zee die eventjes felrood kleurde zagen de mensen terug iets naar boven komen, het was Tachondar’s toegetakelde lijf. Althans dat dacht men, een lichaam waarvan de romp vanaf het midden tot boven mankeerde en waaraan nog maar 1 arm en 1 been hing, was moeilijk te herkennen als Tachondar ’s lichaam.
---
besluitje:
Het gedrum en gedram heeft TACHONDAR het leven gekost
hij was de HACKER