Het was koud en ze hadden een vermoeiende tocht achter de rug, dus besloten de expeditieleden eens flink vroeg te gaan slapen. Het was pas half 8 toen iedereen in de slaapzakken kroop en moe als ze waren, was het binnen een half uur stil.
Het voelde voor Miejster als midden in de nacht - eigenlijk was het pas tegen negenen - toen hij wakker werd gemaakt door Dorien, die hem zwijgend gebaarde mee te lopen. Bibberend kroop hij uit zijn slaapzak en zocht zijn sneeuwlaarzen, voorzichtig om de anderen niet te storen. Bij gebrek aan tijd om een iglo te bouwen, lag de expeditie deze keer in een ondiepe grot met een nauwe, half dichtgesneeuwde opening. Je werd er behoorlijk claustrofobisch van en Miejster haalde opgelucht adem toen hij Dorien eruit volgde.
'Wat is er?' fluisterde hij, bedacht zich toen dat ze zijn taal nauwelijks sprak. Hij dacht met verlangen terug aan zijn fijne, warme slaapzak - claustrofobie of niet - en vroeg zich geërgerd af waarom hij uit zijn slaap was gehaald.
'Ssht!' siste Dorien, toen Miejster zijn mond opendeed om aan te kondigen dat hij weer naar binnen ging om verder te slapen. Ze liep langzaam naar voren en gebaarde naar iets, een zwarte schim in de ijzige mist. Met toegeknepen ogen probeerde Miejster het duister te doorboren en toen snakte hij naar adem.
Daar was het! Het doel van deze hele expeditie. Langzaam liep Miejster dichterbij en vol bewondering bekeek hij de glanzende witte vacht, de intelligente kop met donkerbruine ogen en de indrukwekkende tanden en klauwen. Een yeti. Eindelijk. Vol heilig respect kwam hij over het ijs nog naderbij.
Dorien was niet ver van de ingang van de grot blijven staan en keek toe hoe Miejster de yeti benaderde. Getroffen door zijn passie voor dieren (ook zonder dat rare taaltje van ze te begrijpen was dit wel duidelijk geworden) had ze besloten vannacht een yeti te lokken en Miejster ermee kennis te laten maken. Terwijl ze zag hoe eerbiedig de dierenactivist het dier bewonderde, wist ze dat het een goede keus was geweest.
Miejster was nu bijna bij de yeti en Dorien begon in hun richting te lopen om de verschrikkelijk lieve sneeuwman ook even onder zijn kinnetje te krabbelen toen er plotseling een alarmerend gekraak klonk. Geschrokken bleef Dorien staan. Voor haar leek het ijs tot leven te komen. De grond rees omhoog, boog moeizaam en scheurde toen onder oorverdovend lawaai uit elkaar. Het ijs spleet open en er klonk een plons toen Miejster kopje onder ging in het zwarte water.
De yeti sloeg op de vlucht en was weldra uit het oog verdwenen.
Gealarmeerd door alle herrie kwamen de overige expeditie-leden bibberend van de kou uit de grot rennen. Daar troffen Dorien aan die een kletsnatte Miejster uit het water probeerde te halen. Gezamenlijk kregen ze hem terug op het land en daar werd hij volledig onderkoeld zo gauw mogelijk naar de grot gebracht.
'Y...y...' stamelde de arme dierenvriend. 'Y...ye...ti...' En hij stierf.
'Zie!' Moustache was op onderzoek uitgegaan na het laatste woord van Miejster en had algauw de enorme sporen gevonden die vlakbij het ontstane wak in de sneeuw gedrukt stonden.
'Er was hier dus een yeti,' reconstrueerde Debby, 'en Miejster zakte door het ijs. Dat is wel een beetje vreemd hè? Of zou de yeti het ijs hebben gebroken?'
'Dat kan,' zei Moustache onzeker. Als deskundige op het poolgebied wist hij dat dieren interessante overlevingstactieken konden ontwikkelen. Misschien stampte bigfoot het ijs kapot waarna zijn prooi verdoofd door het koude water een gemakkelijk hapje was. Dat klonk vrij aannemelijk.
'We trekken verder het gebied in,' eiste Arti, boos en verdrietig door de gebeurtenissen. 'We vinden die yeti en vangen hem voor een Europese dierentuin, dat zal zijn verdiende loon zijn voor het vermoorden van Miejster.'
Aangeslagen als ze waren, stemde iedereen met het niet zo heel erg aardige plan in.
Dorien keek hoofdschuddend toe.
Met dank aan Karina:
Terwijl ze allemaal verslagen bij elkaar stonden splitste Karina zich even af en liep naar Natjuh die, nog niet begraven (in zulke kou blijven ze toch wel goed) onder een deken op de grond lag. 'Waarom, waarom heb je niet geluisterd,' mompelde ze, 'jij domme meid'. Ze tilde voor een laatste maal de deken op om een laatste groet te brengen. Plotseling klonk er een stem. Verbaasd keek ze om zich heen, maar zag niemand die tegen haar praatte. 'Je kunt me niet zien ' vertelde de stem, 'maar ik doe je een voorstel:, je kunt jou leven ruilen tegen dat van Natjuh. Het is jouw schuld dat er verwarring is ontstaan, dus ik bied je een mogelijkheid om dit weer goed maken.'
Karina slikte even, maar kwam toch tot de conclusie dat Natjuh maar moest blijven leven en haar plaats moest gaan innemen.
Ze stemde daarom maar in met het de geboden mogelijkheid van de stem. Ze keek weer naar Natjuh en zag dat de lippen van kleur veranderden en er een ademwolkje uit haar mond kwam. 'Hey!! kom gauw' riep ze naar de anderen. 'Natjuh is niet dood, ik zie ademwolkjes. Waarschijnlijk was ze alleen bewusteloos geraakt!'
Terwijl iedereen bezig was met Natjuh, pakte ze een papiertje en pen uit haar veelzijdige gouvernante tas en schreef: 'als jullie dit lezen ben ik inmiddels vertrokken, ik zeg mijn baantje hier op. Ik houd toch al niet zo van de kou. Ik neem de kleine auto mee. Deze zal ik achterlaten bij het eerstvolgende dorp.'
Ze liept naar de deur. plakte het briefje erop, startte de auto en reed weg. Een paar uur nadien zag 1 van de expeditieleden de auto op slecht 1 kilometer verder staan. Geen Karina te bekennen. Het briefje was het laatste wat de expeditieleden van haar gezien hebben.
Einde van de dag.
Iemand/ijs/yeti, whatever, Miejster is helaas overleden.
Zijn rol was Cupido.
Deze nacht eindigt zaterdagavond 23:00u
Natjuh neemt Karina's rol over en speelt weer mee
Laatst aangepast door Dorien op vr 10 dec 2010, 22:25; in totaal 1 keer bewerkt