‘Dames en heren, als u mij zou willen volgen alstublieft!’ Een jong ogende man was op een grote steen gesprongen zodat hij nu boven de rest van het bonte gezelschap stond dat zich zojuist had verzameld. ‘Volgens mijn telling zijn we compleet, dertien helden en heldinnen, dus we kunnen aan de afdaling naar het dodenrijk beginnen. Het pad is wat tricky dus let op uw voeten en glijd niet uit want dan bevindt u zich voor u het weet in de… nou ja, in de dodenwereld. In zekere zin een shortcut dus maar niet eentje die ik kan aanbevelen want dan bent u dood en verandert dit korte bezoek in een permanent verblijf.’ De jongeman glimlachte de groep bemoedigend toe, sprong sierlijk van de steen en begon voor het gezelschap uit te huppelen, langs een steil dalend rotspad.
‘Weet jij wie die kwiebus is?’ Natjuh draaide zich om naar de man bij wie de stem hoorde en knikte. ‘Hermes geloof ik, één of andere god en onze gids tot we beneden zijn. Daarna zijn we op onszelf aangewezen.’ De man bedankte haar met een knikje en stak vervolgens zijn hand uit. ‘Held Hank, voor al uw op maat gemaakte krijgslisten, aangenaam,’ stelde hij zich voor. ‘Met wie heb ik de eer en het genoegen?’
‘Ik ben Natjuh,’ antwoordde de jonge vrouw. ‘Heldin zonder specialisatie. Ik vind heel veel superkrachten gewoon te leuk: ontploffende bananen werpen, elk dier ter wereld na kunnen doen, mijn omgeving in slaap jodelen… Ik wil het allemaal wel kunnen dus ga ik mee met deze queeste in de hoop uit te vinden waar mijn hart ligt. Hoe kom jij hier zo terecht?’
‘Geld,’ was het schaamteloze antwoord van Hank. ‘Nou ja en ook wel verveling, je moet toch wat hè. Plus de Onderwereld schijnt heel mooi te zijn dus je zou me ook als undercover toerist kunnen zien.’ Hij grinnikte.
‘Hé vriend, pas ‘ns op waar je die speer van je neerzet of je houdt zo een hotdog vast!’ Klonk het opeens achterin de rij. De stem bleek van Debby te zijn, een heldin die onder andere de kracht bezat om ieder wapen dat haar dreigde te verwonden in eten te veranderen. ‘Oeps,’ stamelde Tachondar die zijn gele en rode speer als een soort nordic walking stokken had gebruikt en daarbij blijkbaar per ongeluk bijna Debby’s tenen had gespietst. ‘Ik zal erop letten Debby,’ zei hij schuldbewust. ‘Maar wonden van deze speren genezen nooit dus ik zou het waarderen als je mijn wapens heel laat: we gaan ze vast nog nodig hebben deze reis.’
‘Ongeneesbare wonden?’ AkaLucas mengde zich nu ook in het gesprek. ‘Ha een wond die ík niet kan genezen ben ik nog niet tegen gekomen…’
Het leek er even op dat er een discussie uit zou breken tussen Tachondar en AkaLucas maar op datzelfde moment riep Hermes om stilte.
‘Helden en heldinnen, luister goed! Over 500 meter, sla linksaf, daarna: bestemming bereikt. Oftewel jullie zijn bijna in de onderwereld. Van hier af aan kan ik jullie niet langer gidsen en zijn jullie aangewezen op jullie zelf en jullie krachten. Vergeet niet wat er op het spel staat: als jullie Persephone niet kunnen terugbrengen naar haar moeder voorzie ik grote rampspoed voor de mensheid. Wees dus dapper en werk goed samen en volbreng de misschien wel belangrijkste opdracht in jullie heldenbestaan. Voor ik terugkeer naar de Olympus wil ik jullie nog een laatste belangrijke raad geven. Mochten er tijdens deze missie doden vallen, vergeet dan niet dat jullie je in het schimmenrijk bevinden. De invloed van de doden zal hier wellicht sterker zijn dan jullie nu kunnen bevroeden…’
Einde van de moordloze nacht
Het is dag tot woensdagavond 22:00
Er kan nu gestemd worden
Laatst aangepast door δόριεν op wo 21 maa 2018, 09:03; in totaal 1 keer bewerkt