''En toch zijn er wolven!!!'' Gilde Moustache het uit. ''Ook al heb ik ze niet gezien, ik weet dat ze er zitten. Ze hebben alleen vakantie.'' Langzaam ging zijn stem over in een zacht gehuil.
Maar de schuimrubberen wanden van de isoleercel isoleerden het geluid. Niemand hoorde Moustache.
Toen, na dagen die nachten hadden kunnen zijn en nachten die dagen hadden kunnen zijn, werd Moustache uit zijn cel gehaald. Een papier werd hem voorgehouden, een pen werd in zijn hand gedrukt. ''Teken dit, en je ben vrij om te gaan''
Gebroken krabbelde Moustache op het papier. Dit werd zorgvuldig opgevouwen en in een kalfslederen map gestoken door een strak in het pak zittende leidinggevende met een onopvallend gezicht. Iets van een grijns zwom over diens gezicht.
''Scheer hem. Was hem. Kleed hem. Geef 'm deze pillen. Gooi hem in de buurt van een station uit een auto.''
''Faleria moet hangen'' was het laatste wat Moustache murmelde voordat een duisternis zich meester van hem maakte.