DrWho zag het handgebaar zakken en sprong op. Het was eindelijk nacht. De nacht nadat ze het kamp in de grot van de vijanden hadden gevonden. Eindelijk kon hij gaan moorden en paniek zaaien zonder al te veel commotie op te wekken. Hij keek Woogle naast zich aan, en ze schrok. Misschien van zijn wellustige grijns, of de moorddadige blik in zijn ogen. Hij bereikte als eerste de grot en trok zijn zwaard. Net voor de ingang schreeuwde hij zo luid als hij kon, zodat zijn beestenecho door de grot galmde en iedereen angstig zijn dood kon afwachten. Lachend liep hij naar binnen en stak zijn zwaard in de buik van de eerste paarsgekleurde man. Al snel onthoofde hij een tweede, sloeg een derde de hoofd in en hakte de armen van een vierde af. Het was geweldig. Dit was wat leven inhield volgens hem. Niet enkel werken en opbouwen, maar als een brenger des doods handelen. Hij vond het geweldig om te weten dat anderen dood zouden gaan, alsof hij in de toekomst kon zien. Een spoor van lijken en bloed lag achter hem, en zijn ‘kompanen’ haalden hem in. Ach, die enkele mannen mochten ze hebben, hij had een leukere prooi gezien: een vrouw met twee kinderen.
Hij liep eropaf en hoorde die sukkel van een Graafoto nog roepen: ‘DrWho, nee!’
Ze waren al dood voor Graafoto’s kreet gestopt was met galmen door de grot. Hij hield ervan hoe vrouwen konden schreeuwen. Kinderen waren voor hem slechts poppen, maar de angstkreet van een vrouw bracht hem in verrukking. Snel ging hij op zoek naar anderen die hij kon doden.
Het vermoorden dan tientallen anderen maakte hem zo blij, dat hij de tijd uit het oog verloor. Bijna viel hij iemand van zijn eigen groep aan, tot hij Kauna herkende.
‘Ben je gek of zo?!’ riep ze schril uit toen ze een slag pareerde.
‘Sorry, ik…’
‘Was bezeten?’ eindigde zijn zin. ‘Ik weet niet wie je bent, maar zal over je vreemde actie niet spreken.’
Hij knikte en ze verlieten de grot. De vijand was verslagen, en nu zijn honger naar moord was gestild, kwam het vreselijke terugslaand gevoel. Bloed tot aan het plafond door zijn zwaardslagen werden gemengd met kots.
‘Gaat het?’ vroeg Natjuh achter hem.
DrWho antwoordde met kokhalzen, waarna Natjuh snel achteruit sprong.
‘Laten we hem maar snel wegbrengen. Hij stink naar zweet en bloed,’ zei Kauna tegen Natjuh.
Hank en Graafoto namen hem onder de schouders vast en sleepten hem voort.
‘Net zoals ik heb gehoord. Je bent echt een barbaar,’ zei Hank.
‘Maar die kinderen vond ik er wel te veel aan…’ mompelde Graafoto.
Ze kwamen uit de grot en het begon te regenen. Zijn haar, doordrenkt van bloed, werd nat en het bloed druppelde uit zijn haar voor zijn zicht, waarna hij het bewustzijn verloor na nog een plas braaksel.
Niemand is gestorven, einde van nacht 1
Dag 2 duurt tot morgenavond 22.00 uur