Proloog
Het was in het begin, dat er niets was dan leegte, stilte en de Oergod. Deze schiep een godin, en samen bouwden zij een godenrijk, dat zij Förna noemden, en vulden dit met goden. Echter in plaats van in vrede naast elkaar te leven, begonnen de onsterfelijken te ruziën, ieder wilde de baas over de ander zijn, en op het hoogtepunt van deze zwarte jaren spande een aantal van hen samen en probeerde zelf de oerkracht te verkrijgen door de Oergod, Ionn, te verslaan en hem te doden. Vanzelfsprekend lukte dit niet, en samen met zijn vrouw Lea wist hij de verraders in de boeien te sluiten en als straf nam hij hen hun onsterfelijkheid en goddelijkheid af. Nu waren zij niet langer goden, en konden zij dus ook niet langer in het godenrijk verblijven, dus creëerden Ionn en Lea twee nieuwe werelden, één voor de sterfelijken, en één voor de gestorvenen. En Ionn besliste: er zijn drie rijken, en ieder wordt aan één god toegewezen. De overige goden zullen enkel in het rijk der levenden een rol mogen spelen, en altijd zullen zij verantwoording moeten afleggen aan de god van het leven. Ook hebben zij niks te zeggen over het doodslot van iedere sterveling, dat ligt vast en is in handen van de god van de dood. Uiteindelijk is de god van de goden, de oppergod, die als enige de macht heeft te beslissen over sterfelijkheid en goddelijkheid.
Lea, de eerste godin, werd de godin van de levenden en hun oudste dochter Nitoshinde, benoemde hij tot godin van de doden. Hijzelf zou god van de goden zijn, de almachtige Oergod.
En zo werden de gevallen goden naar het rijk der levenden verbannen, waar zij de voorouders werden van grote volkeren. Sterfelijk als ze waren, kwam van ieder de tijd om naar het schimmenrijk te vertrekken en zo raakte ook deze wereld langzaam maar zeker bevolkt. Zij die een goed leven leidden, hoefden slechts kort te verblijven in op de duistere plek der doden en mochten snel opnieuw incarneren. Zij die een slecht leven leidden, werden gestraft met een lang verblijf in de schaduwen.
De gestrafte goden kwamen in hun nieuwe woonplaats aan op een groene heuvel, die de heuvel der eeuwigheid werd genoemd. Het laatste restje goddelijkheid dat zij bezaten, verliet hen op het moment dat zij de aarde raakten, en verdween in de grond. Vanaf dat moment was de heuvel vruchtbaarder en mooier dan welke plek ook, en zo ontstonden de geruchten dat er in de heuvel een macht schuilging die tot onsterfelijkheid kon leiden. Hoewel dit niet het geval was, wilde het verhaal de wereld niet meer uit, en zo kwam het dat alle machtigen onder de levenden de heuvel als een trofee van grote waarde begonnen te beschouwen.
spelregels:
- Het doel is het verkrijgen van de heuvel
- Je sluit aan op het verhaal van je voorganger
- Geen herhaling
- Svp de andere spelers niet vermoorden
- Uiteindelijk blijft Ionn altijd almachtig
Het was in het begin, dat er niets was dan leegte, stilte en de Oergod. Deze schiep een godin, en samen bouwden zij een godenrijk, dat zij Förna noemden, en vulden dit met goden. Echter in plaats van in vrede naast elkaar te leven, begonnen de onsterfelijken te ruziën, ieder wilde de baas over de ander zijn, en op het hoogtepunt van deze zwarte jaren spande een aantal van hen samen en probeerde zelf de oerkracht te verkrijgen door de Oergod, Ionn, te verslaan en hem te doden. Vanzelfsprekend lukte dit niet, en samen met zijn vrouw Lea wist hij de verraders in de boeien te sluiten en als straf nam hij hen hun onsterfelijkheid en goddelijkheid af. Nu waren zij niet langer goden, en konden zij dus ook niet langer in het godenrijk verblijven, dus creëerden Ionn en Lea twee nieuwe werelden, één voor de sterfelijken, en één voor de gestorvenen. En Ionn besliste: er zijn drie rijken, en ieder wordt aan één god toegewezen. De overige goden zullen enkel in het rijk der levenden een rol mogen spelen, en altijd zullen zij verantwoording moeten afleggen aan de god van het leven. Ook hebben zij niks te zeggen over het doodslot van iedere sterveling, dat ligt vast en is in handen van de god van de dood. Uiteindelijk is de god van de goden, de oppergod, die als enige de macht heeft te beslissen over sterfelijkheid en goddelijkheid.
Lea, de eerste godin, werd de godin van de levenden en hun oudste dochter Nitoshinde, benoemde hij tot godin van de doden. Hijzelf zou god van de goden zijn, de almachtige Oergod.
En zo werden de gevallen goden naar het rijk der levenden verbannen, waar zij de voorouders werden van grote volkeren. Sterfelijk als ze waren, kwam van ieder de tijd om naar het schimmenrijk te vertrekken en zo raakte ook deze wereld langzaam maar zeker bevolkt. Zij die een goed leven leidden, hoefden slechts kort te verblijven in op de duistere plek der doden en mochten snel opnieuw incarneren. Zij die een slecht leven leidden, werden gestraft met een lang verblijf in de schaduwen.
De gestrafte goden kwamen in hun nieuwe woonplaats aan op een groene heuvel, die de heuvel der eeuwigheid werd genoemd. Het laatste restje goddelijkheid dat zij bezaten, verliet hen op het moment dat zij de aarde raakten, en verdween in de grond. Vanaf dat moment was de heuvel vruchtbaarder en mooier dan welke plek ook, en zo ontstonden de geruchten dat er in de heuvel een macht schuilging die tot onsterfelijkheid kon leiden. Hoewel dit niet het geval was, wilde het verhaal de wereld niet meer uit, en zo kwam het dat alle machtigen onder de levenden de heuvel als een trofee van grote waarde begonnen te beschouwen.
spelregels:
- Het doel is het verkrijgen van de heuvel
- Je sluit aan op het verhaal van je voorganger
- Geen herhaling
- Svp de andere spelers niet vermoorden
- Uiteindelijk blijft Ionn altijd almachtig
Laatst aangepast door Djali op wo 06 apr 2011, 16:42; in totaal 1 keer bewerkt