Tegen de tijd dat Graafoto eindelijk uitgeput zijn bed in rolde, waren de provisiekasten vele malen leger, en was er geen bed meer vrij in de verschillende logeerkamers die zijn hobbithol ook te bieden had. Ondanks zijn moeheid, sliep Graafoto niet goed. De uren die de nacht nog restten, waren gevuld met onrustige sluimerdromen, gedomineerd door flonkerend goud, brommend gezang en gloeiende drakenogen. Het was al laat in de ochtend toen Graafoto wakker schrok. Verward greep hij naar zijn hoofd waar zojuist nog een schitterende kroon op had gestaan, maar op zijn kruin bevond zich niets, en ook de tientallen ringen die hij net nog om zijn vingers had, bleken te zijn gedroomd. Zijn hol leek Graafoto vreemd toe. Zo groot, zo stil, zo leeg.
De woonkamer was keurig opgeruimd. Alle boeken die gisteren in de vrolijkheid van hun planken waren gevallen, stonden weer netjes in het gelid, en nergens was ook maar een spoor van de kruimels en lege verpakkingen die in de loop van de nacht de vloer hadden bedekt. Verwonderd liep Graafoto door naar de keuken en ontdekte daar dat ook alle afwas was gedaan, en in de logeerkamers waren alle bedden keurig opgemaakt. Toch wel nette lieden, die dwergen, dacht Graafoto in zichzelf. Ergens in zijn onderbuik knaagde een zeurend gevoel, en hoewel hij het niet aan zichzelf wilde toegeven, was het teleurstelling. Teleurstelling dat de dwergen met al hun vreemde verhalen en gezangen, met hun beloftes van rijkdom en avontuur weer even snel en onverwacht waren vertrokken als ze waren gekomen.
Terug in de woonkamer ontdekte Graafoto iets dat hem stokstijf stil deed staan. Tachondars punthoed! Op de schoorsteenmantel! Hij moest hem in alle hectiek zijn vergeten. Wat was nou een tovenaar zonder punthoed? Een draak zonder vuur, nee, erger, Wrgg zonder tanden! Zonder aarzelen, pakte Graafoto zijn reismantel - eerder slechts gebruikt voor korte wandeltochten op koude dagen - en een ontbijt, 2e ontbijt, lunch, en 5-uur-pakket in. Tegen de avond zou hij toch zeker wel weer terug zijn. Toch?
En op een sukkeldrafje verliet Graafoto zijn vertrouwde hobbithol, zonder ook maar één keer rond te kijken.
Hobbits zijn klein, maar verrassend taai. Na 5 uur snelwandelen, vond hij het reisgezelschap terug, in de schaduw van een enorme eikenboom waar ze zojuist het avondmaal zaten te bereiden.
'Mijn beste Graafoto!' riep Tachondar hem al vanaf een afstandje toe. 'Ik wist wel dat je de verleiding niet zou kunnen weerstaan!' en zijdelings tegen de dwergen: 'ik zei jullie toch dat hij de verleiding niet zou kunnen weerstaan? En zie: daar is hij! Onze expeditie heeft eindelijk een leider.'
EINDE VAN MOORDLOZE NACHT
Het is dag, er mag gestemd worden tot 22:00u