Het was een donkere, maanloze nacht en op het getsjirp van krekels en geritsel van onbekende dieren in de struiken na, was het stil. In de verschillende delen van de arena, die zo'n 50 vierkante kilometer groot was, en onder meer bestond uit een ijsvlakte, een verraderlijk moeras vol drijfzand, een zinderende woestijn en een uitgestrekt bos, zaten de tributen weggedoken. Sommigen hadden zich in een boom gehesen, anderen hadden zich in een ondiepe kuil opgekruld en een paar zaten weggekropen in holtes in het rotsachtige gebied ten oosten van de ijsvlakte. In de Hoorn des Overvloeds hadden zich 4 tributen geïnstalleerd. Traditiegetrouw hadden de tributen uit de districten 1, 2 en 4 - de districten waar meedoen aan de Hongerspelen als een eer werd beschouwd, en waar sommige kinderen van jongs af aan werden getraind voor dit moment - een pact gesloten. De komende dagen zouden zij samen werken en de andere, individuele tributen proberen uit te schakelen. Zodra dat was gelukt, werd het pact verbroken en zouden deze tributen, beter bekend als de Beroeps, even verbeten op elkaar jagen als ze eerder op de rest zouden doen. Dit jaar had ook de tribuut uit district 9, Debby, zich bij de Beroeps aangesloten. Tijdens de paar trainingssessies die de tributen in de dagen voor de Hongerspelen samen hadden gehad, was zij opgevallen door haar handigheid met messen gooien, en daarop hadden de anderen haar erbij gevraagd.
Nu hadden de 4 Beroeps zich in de Hoorn des Overvloeds geïnstalleerd, omgeven door voedsel, dekens en wapens, en beschermd door de enorme ijsvlakte die hen uitzicht bood op alle kanten, en het eventuele aanvallers onmogelijk maakte hen ongezien te benaderen.
Killerboth was de eerste die de wacht hield deze nacht, en hij was het die de anderen na een uurtje wakker maakte. 'Ik heb een lichtje gezien!' zei hij opgewonden. 'Iemand heeft een vuurtje ontstoken!' Er werd triomfantelijk gegrijnsd, en alle Beroeps bewapenden zich snel en geruisloos. Bij Moustache hadden ze afgekeken hoe ze zich gemakkelijk over het ijs konden bewegen, en zo schaatsen ze in de richting van het geflakker dat inderdaad aan de noordkant van de vlakte te zien was.
Hoewel het overdag uitputtend heet was geweest in de rotsachtige woestijn waar Natjuh was uitgekomen na de ijsvlakte, koelde het met het ondergaan van de zon razendsnel af en algauw zat ze te klappertanden. De vorige dag bij de Hoorn had ze een poging gedaan om wat spullen te vergaren, maar voordat ze het wist, werd ze aangevallen door de meisjestribuut van district 4, die haar met een korte maar levensgevaarlijke knuppel te lijf ging. Vreemd genoeg had één van de tributen van 3 - heette hij niet DrWho? - terwijl hij langs glibberde de tribuut pootje gehaakt waardoor ze hard met haar hoofd op het ijs knalde, en zo Natjuh het leven gered. 's Avonds had het meisje tussen de doden aan de hemel gestaan. Geschrokken door de dood die haar opeens zo recht in het gezicht had gekeken, was Natjuh bij het geweld vandaan gevlucht, maar nu strompelde ze dus rillend door een ijskoude wereld, met alleen haar tributenkleding om zich tegen de kou te beschermen.
Ze had geen voetstappen gehoord, en toen de stem uit het duister klonk, kwam die zo onverwacht dat ze zeker wist dat ze nu alsnog zou sterven. 'Natjuh?' Het was de tribuut van 3, degene die haar 's ochtends het leven had gered, DrWho. Hij stond op een veilige afstand bij haar vandaan voor het geval ze gewapend was geweest, en spreidde zijn handen om haar te tonen dat hij zelf geen wapens droeg. 'De Beroeps zijn met 4 dit jaar,' zei hij, 'ze zijn ongetwijfeld nu op jacht en iedereen alleen die door ze gevonden wordt, is ten dode opgeschreven. Wil je een pact met me sluiten?'
Natjuh aarzelde. Het idee van een bondgenoot vond ze erg aantrekkelijk, maar hoe wist ze zeker of ze DrWho kon vertrouwen? En stel dat ze nu een paar dagen met elkaar optrokken en beiden overleefden, dan zou er een moment komen dat ze toch op elkaar moesten gaan jagen en Natjuh voelde zich er al niet klaar voor om een mens te doden, laat staan eentje met wie ze eerst zou samenwerken. Maar aan de andere kant, DrWho had haar het leven gered, en ze stond niet graag bij iemand in het krijgt, dus dit was misschien wel de kans om het recht te trekken. Waarschijnlijk zouden ze allebei toch wel door de Beroeps worden afgemaakt.
En dus drukten ze elkaar de hand.
Natjuh en DrWho zaten samen neergehurkt bij het kleine vuurtje dat ze toch maar hadden gemaakt toen duidelijk werd dat ze de nacht niet zouden overleven zonder wat warmte. Allebei wisten ze wat een gevaar hiermee gepaard ging, maar doodvriezen zou ze zeker niet helpen te winnen, dus uiteindelijk had DrWho één van zijn kostbare lucifers gebruikt om een bijeen gesprokkeld stapeltje hout aan te steken.
Ondanks hun alertheid, merkten ze de anderen pas op toen die hen al omsingeld hadden. Backslide was achtergebleven om de Hoorn en de voorraden te bewaken, dus was het 3 tegen 2, maar tegen de vliegende messen van Debby, de pijl en boog van Killerboth, en de goedgemikte zware stenen van Miejster konden de twee niets beginnen. Voor hen waren het onzichtbare vijanden die hen doden.
Enkele minuten later klonken er 2 kanonschoten, en de volgende avond zouden de portretten van Natjuh en Killerboth aan de hemel verschijnen.
EINDE VAN DE DAG
De burgers lynchen Natjuh
Zij was dorpsgek
Haar geliefde DrWho sterft ook
Hij was Cupido
Deze nacht eindigt vrijdagavond 22:00u
De gele kanaries worden helaas uitgereikt aan Miejster en Killerboth
Zoals altijd verwijst mijn verhaal op geen enkele manier naar de daadwerkelijke gebeurtenissen, het verhaal is nu eenmaal dat de tributen elkaar moeten doden, dit staat dus verder volledig los van hun rol.