Morgoth liet Hurin in het jaar 501 terug vrij, want het lot en Morgoths vervloeking had zijn familie helemaal verwoest. Zijn pad bracht hem naar het zuiden, het woud van Brethil in. Daar werd hij korte tijd ontvangen, en hij leerde er alles over het lot van zijn gezin kennen. Na onbewust een kleine burgeroorlog te veroorzaken bij het volk van Haleth, reisde hij naar de ruïnes van Nargothrond en vond daar de laatste verbannen dwerg Mîm die Turin in de Amon Rudh had geholpen. Het volk van Haleth werd zo ook helemaal kapotgemaakt en was de voorlaatste rampspoed van het gezin va Hurin. Bij nargothrond wist Hurin van de dwerg zijn verraad en vermoorde de hebzuchtige dwerg, die het ook nog durfde om Nargothrond voor zichzelf op te eisen. Hurin ging daarna naar binnen en nam enkel één schatstuk met zich mee, de ketting van parelmoeren die de dwergen aan Finrod Felagund hadden gegeven bij de bouw van Nargothrond, en deze ketting heette Nauglamir. Daarna ging Hurin naar het noordoosten en kwam bij het graf van zijn kinderen. Er zat een oude vrouw bij te huilen, en hij herkende haar als Morwen. Ze rouwden eventjes samen en toen stierf Morwen. Hurin begroef haar in hetzelfde graf en ging verder naar Doriath. Aan Thingol gaf hij de parelmoeren ketting en vertrok toen naar het westen naar de zee, waar hij zichzelf in zee liet vallen en zijn leven door Ulmo liet nemen.
De laatste rampspoed van het gezin van Hurin ging nu in vervulling toen Thingol de Silmaril in de Nauglamir wilde zetten, en daar liet hij dwergen voor komen. Toch waren de dwergen zo vervuld van de pracht dat ze de koning van de Sindar doodden en toen vluchtten. Tegen de tijd dat ze thuis waren, werden ze onderschept in Ossiriand door Beren, de Landor en Enten. Melian vertrok, en Natjuh reisde naar Luthien en Beren.
‘Wij hebben een nieuwe leider nodig. De Gordel van Melian is weg en we zijn alleen,’ zei ze. Daarop ging de zoon van Luthien en Beren mee, Dior Elluchil. Het jaar daarop kwam de Silmaril in een doosje bij Dior, en hij wist dat ze beide waren gestorven.
Het jaar daarop werd Elwing, de dochter van Dior geboren, en de zoon van Tuor en Idril, Ëarendil.
Na enkele jaren weten de zonen van Fëanor over de Silmaril af en herinnerden Dior eraan dat deze hen toebehoorde. Dior negeerde hen en de zonen van Fëanor vielen Doriath aan, geholpen door Hank. Door alle negatieve zaken die waren gebeurt, zag hij het helemaal niet meer zitten en zou dus zoveel mogelijk proberen te doen om mogelijk bij Morgoth bekend te raken en in zijn genade te vallen.
Dior werd vermoord, maar zijn dochter Elwing wist met enkele vluchtelingen en Natjuh naar de monding van de Sirion te gaan, de laatste plek van de elfen om naar toe te gaan. Ook Celegorm, Curufin en Caranthir waren gestorven bij de verwoesting van Doriath. Hank kwam als grote winnaar uit de strijd en zoals gehoopt kwam hij in de gunst van Morgoth. Dit alles werd bekend als de Tweede Broedermoord, en was tegen de zin van Maedhros en Maglor. Een jongere tweeling van Dior werd door Caranthir, Curufin en Celegorm onbeschermd in de donkere bossen achtergelaten, en Maedhros probeerde hen te zoeken toen hij dit te weten kwam, maar ze waren al verloren.
Wat Maedhros, Maglor, Amras en Amrod (de laatste zonen van Fëanor) niet weten is dat Elwing de Silmaril bij haar droeg.
‘Nog een stuk verder,’ zei Maeglin.
‘We mochten niet zover van Koning Turgon in de bergen gaan,’ pleitte Hans tegen zijn vriend.
Hans had dit nog maar gezegd of er kwamen plots orks opduiken die hen gevangen namen. Hans, die altijd al als dubbelspion had gewerkt voor Morgoth, ontmoette Hank. Ze hadden over elkaar gehoord en vaag gezien tijdens de Nirnaeth Arnoediad, maar nooit echt gesproken.
Maeglin wist dit niet, maar Morgoth kon hem te overtuigen om de positie van Gondolin te verraden, want Hans zelf kon dit niet, aangezien hij een soort betovering was opgelegd.
Morgoth beloofde Maeglin dat hij zijn nichtje Idril mocht hebben en de kans zou krijgen om Tuor en Ëarendil te vermoorden.
In de nacht drongen ze de vallei van Tumladen binnen en begon het gevecht. Turgon verweerde zich dapper en vocht in zijn grote toren in het midden van de stad Gondolin. De toren werd verwoest en viel om, waarna Turgon sneuvelde. Daarna was het ieder voor zich en vluchtten ze. Maeglin wist Tuor te onderscheppen, maar Maeglin verloor het gevecht en viel zo ook over de kliffen als zijn vader Ëol. De enige twee dingen die Ëol na zijn dood had nagelaten, waren nu vernietigt en hadden volgens een profetie inderdaad onheil gebracht. Het ene zijnde Maeglin, het andere zijnde het zwarte zwaard Gurthang.
In het midden van het plein vocht de bekende luitenant Ecthelion van de Fontein tegen Gothmog, Heer van de Balrogs. Gothmog zorgde ervoor dat Ecthelions zwaardarm en schildarm onbruikbaar werden. Daarna gebruikt hij de spitse punt van zijn helm om te vechten. Hij stak Gothmog diep in de borst, en terwijl hij zelf stierf, nam hij Gothmog mee de dood in.
Ook Hans deed zijn best. Een andere belangrijke persoon, Egalmoth, de heer van een rijk huis, werd door Hans vermoord.
Tuor, Idril, Ëarendil en enkel andere vluchtelingen wisten via een eigen gevonden sluiproute uit de vallei te komen, in plaats van langs de gewone geheime doorgang. Op hun pad vonden ze drie balrogs, die Glorfindel, de andere grootse kapitein van Turgon, eigenhandig afmaakte, maar dit ging ten koste van zijn eigen leven. De elf stierf en ze bedekten zijn lijk met een hoop stenen. Daarna zetten ze hun reis verder en vluchtten eveneens naar de monding van de Sirion, waaronder ook Celebrimbor, de enige kleinzoon van Fëanor, zoon van Curufin.
Samen met de vluchtelingen van Doriath en andere vluchtelingen, stichten ze er de Nieuwe Havens. Het jaar daarop komen de zonen van Fëanor over de plaats van de Silmaril te horen, maar Maedhros wil geen bloedvergieten.
Twaalf jaar later is Ëarendil helemaal opgegroeid en begint aan lange reizen over zee. Hij, een halfelf, huwt met Elwing, ook een halfelf. Ze krijgen een tweeling, genaamd Elros en Elrond, en het mag verhaalt worden dat Natjuh, de bekende zangeres van Nargothrond vaak met Elwing en de tweeling haar tijd doorbracht.
Ondertussen bouwden Tuor en Idril een schip en voeren weg, als eersten naar Valinor. Natjuh zou later nog zingen over hun reis via de Betoverende Eilanden, maar dat ze door Eru Illuvatar zelf werden geleid, net als dat Illuvatar ervoor zorgde dat Tuor een levenspanne behield als die van een elf.
Zes jaar na de geboorte van de tweeling, als Ëarendil op reis was naar Valinor, vielen de zonen van Fëanor ondanks Maedhros’ tegenzin toch de Nieuwe Havens aan. Deze keer stierven ook de tweeling Amrod en Amras, en dit wordt de derde Broedermoord. Natjuh wist nog net het eiland Balar voor de kust van de monding van de Sirion te bereiken, waar de elfen van de Falas en Cirdan leefden. Elwing wierp zich in zee, maar werd door Ulmo gered. Elros en Elrond werden daarna door Maedhros en Maglor opgevoed.
Door Ulmo wordt Elwing naar het schip van haar verloofde gebracht, en doordat ze de Silmaril draagt, vinden ze de weg naar Valinor. Daar pleit Ëarendil vergiffenis aan de Valar en vraagt om hulp tegen Morgoth. Drie jaar later keert hij terug, met de legers van de Valar. De Oorlog van Gramschap duurt 43 jaar lang, vooral doordat Morgoth zijn vliegende draken inzette. Ëarendils schip die nu door de hemel voer, wist ze weg te jagen en de grote zwarte draak Ancalagon viel op de Thangorodrim en de poorten van Angband werden vernietigd. Tijdens de oorlog vond Natjuh Hank op haar weg, en ze was blij een bekend gezicht te zien.
Terwijl ze in de richting van Ossiriand vluchtten, kwam Hans vanuit de schaduwen van de bomen en hief Hank een mes op. Ze keerde zich om en nam haar scherpe pen, waarmee ze zoveel liederen had geschreven. Een pijl van Hans en het mes van Hank troffen haar, maar met haar scherpe pen wist ze Hank in zijn nek te steken en hem mee te nemen in haar dood.
Na de Oorlog van Gramschap weet Hans met Sauron te vluchtten en blijven op de hoede. Ëonwë, de spreker uit naam van Manwë, koning van de Valar, hield de twee andere Silmarillen bij zich. Maedhros en Maglor vielen nu het kamp aan en vluchtten toen weg met de Silmarillen, maar doordat geen levend vlees hen kon vasthouden, ondergingen ze hevige pijnen. Maglor wierp zijn Silmaril in zee en wandelde toen weg, voor eeuwig dwalend langs de kusten van Midden-Aarde. Maedhros liet zichzelf vallen met de Silmaril in de diepte van de aarde en werd verslonden door vuur. Al snel viel Beleriand helemaal tot verval vanwege de zware oorlog. Morgoth werd gevangen genomen en de leegte in geworpen door Tulkas, daar moest hij drie era’s blijven. Het land van Beleriand scheurde en alles zakte in zee. De Blauwe bergen scheurden open, zodat de twee dwergensteden ook vervielen. Enkele Sindar gingen naar het oosten, zoals Thranduil die ooit bij Thingol had behoort. Hij stichtte het Bosrijk in het Demsterwold en was de grootvader van Legolas. Ook Galadriel en Celeborn gingen naar Lothlorien, en Celebrimbor stichtte Eregion en zou later de drie ringen van macht voor de elfen smeden. De twee half-elfen, Elros en Elrond, maakten ook naam. Elros koos om Mens te zijn en zijn afstammelingen kregen het eiland Numenôr. Elrond verkoos om een elf te zijn en stichtte Rivendel. In de spleet in de blauwe bergen stichtten Gil-Galad en Cirdan de Grijze Havens, en leefden in Lindon. Dit waren de stukken die nog tot Ossiriand en Thargelion hadden behoord en was het enige dat nog overbleef. Ook het graf van Turin, Nienor en Morwen bleef als een eilandje, Tol Morwen in zee, en de hoogvlaktes van Dorthonion en de heuvel Himring staken nog uit zee.
Dit is alles wat er in de eerste era gebeurde.
Natjuh was jager, gericht op Hank, hij was oorspronkelijk Beschermengel, maar werd in de moordloze nacht geconverteerd en had zich bij Hans gevoegd sinds de ochtend van Dag 3.
Hans was de Verhullende Wolf, maar heeft nooit gebruik gemaakt van zijn kracht.