Twaalf jaar eerder
Mama was vergeten de oppas te waarschuwen voor de kelder.
Kauna stond wankel op de bovenste tree en probeerde de balustrade vast te pakken,maar haar armpjes beefden zo hevig dat ze zich nauwelijks vast kon pakken.
"Kauna,je moeder zei dat de cola in de koelcel stond,maar ik kan m niet vinden.Kom eens even helpen",riep de oppas.
Dit terwijl Kauna zeker wist dat mama haar had verteld van de boemannen in de kelder.
En mama heeft gezegd dat de deur dichtbleef,geen kelders voor Kauna.
Papa en mama hebben het zelfs al gehad over verhuizen naar een ander huis.
"Ik kan niet naar de kelder komen,dat mag ik niet"riep Kauna terug.
Kauna zette 1 voet 1 trede naar beneden.
Haar keel deed pijn en alles zag er wazig uit,alsof ze ieder moment kon gaan huilen.
"Kauna,kom nu naar beneden,anders sleur ik je naar beneden en sluit je hier op",riep de oppas.
Kauna rende snel de trap af en struikelde.
Ze bleef liggen,met een kloppende enkel en tranen brandden in haar ogen,turend in de kelder met al zijn luchtjes en schaduwen.
Kauna keek of Mevrouw Hobb aanwezig was.
Voor mevrouw Hobb waren er anderen geweest,maar die hadden haar nooit bang gemaakt.
"Kauna,schiet nou eens op"riep de oppas.
Kauna balde haar vuisten en werd boos op de gemene oppas.
Toen ze beneden was,kon ze de oppas nergens vinden,wat haar nog bozer maakte.
Ze pakte een blikje cola uit de koelcel en wilde teruglopen,totdat ze een stem hoorde waardoor ze stokstijf bleef staan.
Het was een stem,die de stem van de oppas naäapte toen ze Kauna riep.
Toen ze op keek zag ze een vrouw in een roze peignoir.
Mevrouw Hobbs