'Ik vertrouw dit niet, Reçep,' sprak Hank door de walkie talkie.
'Salam Aleikum.' Aan de klik hoorde Hank dat Erdogan zijn walkie talkie had uitgeschakeld.
'Met zijn tirannieke trekjes ook...' mompelde Hank. Hij keek voor zich naar de stad Genua. Guiseppe Conte, de premier van Italië, had hem alle info van de Italiaanse inlichtingendienst overgedragen. Bitter weinig, vond Hank. Het eigenaardige aan deze stad was niet dat ze was ingenomen, maar geëvacueerd door de Italiaanse overheid. De aanval op Genua door de onderaardse wezens was heel agressief verlopen. Maar iets of iemand had de viaduct doen instorten, helaas ging dat gepaard met heel wat mensenlevens, en zo de aanval van de onderaardse wezens kunnen doen keren. Hank had wel een vermoeden wie dat was.
Hij stond op de rand van de afgrond van de viaduct en stapte door de tijd. Plots stond hij tussen een hoop auto's die langs hem heen raasden. Op de rijstrook van de tegenliggers hield iedereen halt, stapte iedereen uit zijn auto en rende weg. Hank keerde zich en zag daar de afgrijselijke wezens over de viaduct hollen. Ze renden als gorilla's, op de kneukels van hun vuisten, maar waren zo snel als een jachtluipaard. Hun harige vachten waren ingesmeerd met een of ander onderaardse vloeistof die verharde en diende als harnas. Op hun rug droegen ze hun wapens.
'Geen stap verder!' riep een gespierde man in een oranje latexpakje die langs Hank naar de monsters rende.
'Graaf!' riep Hank uit.
De man keek niet om, maar wierp sinaasappels in de richting van de monsters. Alleen waren het geen echte sinaasappels, maar bommen.
'Idioot! Laat dat!' Hank hoopte dat Graaf hem hoorde. Maar hij bleef sinaasappelbommen gooien. Toen nam hij een afstandsbediening en klikte. Hank zag nog net een muur van vuur op hem afrazen voor hij een stap voorwaarts van vijftien seconden door de tijd zette.
Hij stond op een afstandje beneden in de wijk waarboven de viaduct gestrekt was. Snel klopte hij op de smeulende plekken van zijn 40's trui. 'Dit was een limited edition trui, gast...' mompelde Hank kwaad. Hij zag hoe de brug instortte, samen met alle wezens. Enkelen van hen brandden met de felheid van het licht dat vrijkwam bij het lassen. Misschien was het wel de vreemde vloeistof in hun vacht die zo goed vuur vatte...
Tussen de auto's, menselijke slachtoffers, monsters en brokstukken ontwaarde Hank één oranje stip: Graafoto.
Hij zag waar hij onder puin belande en rende eropaf toen hij zeker was dat er geen brokstukken meer zouden vallen. Dit moest gebeuren voor de reddingswerkers kwamen.
Snel draaide hij enkele brokstukken om en vond Graaf zwaargewond.
'Hank? Waarom zie ik jou elke dag?' Hij spoog bloed op.
'Het is zeker al vijf jaar geleden dat ik je zag. Ah, maar ik kom altijd op een andere dag in jouw tijd,' besefte Hank. 'We moeten deze monsters stoppen en de andere helden samenroepen.'
Hank probeerde Graaf recht te helpen, maar hij schreeuwde het uit. Enkele stalen staven van het gewapend beton priemden door zijn lichaam.
'Geef mij een sinaasappel. Dan kan ik meteen genezen. Er zit normaal nog eentje in mijn zak.'
Helaas was die sinaasappel verpletterd. 'Wacht. Ik ga snel door de tijd eentje halen.'
Graaf schudde zijn hoofd. 'Hier.' Hij overhandigde een sinaasappelvormige gps. 'De gegevens van de anderen staan hierin. Hiermee vind je hen.' Daarna nam hij de verpletterde sinaasappel en scheurde kreunend een stuk schil los. Dat stopte hij tussen tanden en lippen. Met die komieke uitdrukking stierf hij tevreden. Hank stond op en schrok van een helikopter die opdook. Meteen liet hij zich voorover vallen, terug een dag vooruit naar de gewone tijd, en lag nu op de plek waar Graafs lijk had gelegen. Alleen was het nu verlaten. Enkel een stuk schil sinaasappel getuigde van Graafs dappere offer.
Graafoto was de grafdelver.
Dag 2 gaat in tot morgenavond 23u00.