Maar ach Dorien, wat is dat fijn!
Met choco is er zonneschijn!
Wat leuk: je broer kwam naar je toe,
Of niet? Hoe zat het, hoe?
Hoe heerlijk dat ik gisteren nog stemmen kon,
Al was het laat, wat jou niet zon.
Of is het zinde? Boeit niet, als het rijmt,
Anders komt hieraan echt nooit een eind.
Is't nu weer nacht, dus wolventijd?
Of alweer dag, ben'k aan't ontbijt?
Ik weet het niet, het gaat zo snel,
't Bijhouden gaat niet zo wel...
Ik ben in Utrecht, waar ik leer,
Dus moet nu gaan, al weer.
Als't nacht is, wat ik denk,
Hoop ik dat geen wolf mij krenk
en zal en ben'k geen lijk,
Als ik hier morgen kijk!
Groets, kusjes en een zwaai,
En op ieders bol een aai!
Van Mattio, eerwaarde knul,
hij lijkt wel dom, maar is geen sul!